Na de passeerdatum ontstaat in de regel het zogenaamde ‘renteverlies tijdens de bouw’. Na het passeren van de hypotheek boekt de notaris de gehele hypotheek naar een nieuwbouwdepot over. Uit dit nieuwbouwdepot worden de facturen van de aannemer betaald. Het percentage voor de rentevergoeding over het nieuwbouwdepot is meestal gelijk aan het debetpercentage dat in rekening wordt gebracht voor de hypotheek. Doordat het nieuwbouwdepot gedurende de bouw steeds kleiner wordt, is de rentevergoeding ook steeds lager. Daarentegen blijft de debetrente wel constant. Hierdoor ontstaat het renteverlies tijdens de bouwperiode. Dit renteverlies kan worden meegefinancierd door middel van een hogere hypotheek. Dit is aftrekbaar voor de inkomstenbelasting. De lening waarmee het renteverlies tijdens de bouw wordt betaald is een box 3-lening. De over deze schuldcomponent betaalde rente is niet aftrekbaar. Het renteverlies tijdens de bouw zelf is wel aftrekbaar (als deze tenminste betrekking heeft op een periode na de koop). Vaak wordt een bedrag van 3% tot 6% van de stichtingskosten aangehouden voor renteverlies.